Voor veel mensen is het moeilijk om blij te kunnen zijn,
-laat staan “heelblij”…- omdat ze b.v. iemand verloren hebben.
Ik wil in ieder geval het volgende gedicht delen.
Voor mij zit daar een speciaal verhaal aan vast.
Dat kunt u onderaan lezen.
Gedicht :
Ik weet..
Ik weet dat ergens in de nacht
het licht schijnt waarop ieder wacht.
Ik weet dat in mijn stil verdriet
er EEN is die mij troost aanbiedt.
Ik weet dat in de diepste nood
er EEN is, sterker dan de dood.
Ik weet dat in het bangste uur
God mij omringt als sterke buur.Ik weet dat in de eenzaamheid
een ANDER met mij samen lijdt.
Ik weet, in leven en in dood,
dat God mij in zijn armen sloot.(Hennie Westerhuis)
Wij zullen God’s wegen nooit helemaal kunnen begrijpen.
Ik bid dat door dit gedicht menigeen God’s rijke zégen zullen ervaren.
De zégen van Zijn nabijheid.
Hij weet wat verdriet is, Hij ging Zijn lijdensweg voor ons..
Hij begrijpt meer dan wij ooit kunnen begrijpen.
God wil niet alleen in onze vreugde delen, maar zeker ook in ons verdriet..
Voor mij is dit gedicht erg bijzonder. Waarom? Dat zal ik hieronder uitleggen.
Het was ergens in 2004 dat wij vanuit Limburg naar Friesland gingen verhuizen. Ik logeerde tijdelijk bij mijn zusje. Ik was daar om alvast werk te zoeken, en andere praktische dingen te regelen. Op een vrijdagmiddag was ik alleen thuis. Ik had op dat moment eigenlijk geen geld om het weekend naar mijn gezin in Limburg te gaan. Ik had ook nog geen werk gevonden, het was in Februari. Moeilijke tijd om werk te zoeken. Ik voelde me erg rot, miste mijn gezin. En durfde niemand te vragen om mij wat te lenen, zodat ik het weekend naar huis kon gaan. Ik miste mijn gezin heel erg. In zulke momenten gooi ik alles op een hoop, ik voelde me al erg depressief, en in zo’n bui ging ik ook altijd alles van vroeger er bij slepen. Vooral alles wat ik allemaal fout had gedaan in mijn leven, en wat ik nooit meer goed kan maken!
Ik stond even behoorlijk te grienen in de keuken. Ik zag het allemaal helemaal niet meer zitten. Opeens hoorde ik de deur open gaan. Ik veegde gauw me tranen weg. Stond mijn “kleine” nichtje van 9 ineens voor mijn neus.
Je hebt gehuild, zei ze. Nee hoor, zei ik. Jawel, en ik heb wat voor je. Ze drukte me een briefje met het gedichtje in mijn hand. Voordat ik kon reageren was ze alweer vertrokken. Toen ik het briefje ging lezen…
Tja, toen moest ik weer huilen, maar dan omdat ik wist dat God haar had gebruikt om dat briefje aan mij te geven. Tjonge, wat heeft dat gedichtje mij geraakt!
En zij had het nota bene in een vuilnisbak gevonden !! Dat iemand zoiets kan weg gooien… In de afgelopen jaren heb ik het altijd in mijn beurs bij me gehouden, en nog steeds trouwens. Ik heb het gedichtje onderhand al aan een paar andere mensen mogen laten lezen. Het is al diverse mensen tot zégen geweest!
En daar ben ik God – en mijn nichtje ook! – heel dankbaar voor!